Dit voorontwerp moet nu voor advies voorgelegd worden aan de Raad van State en daarna nog de goedkeuring krijgen van het Vlaams Parlement. Het is dus nog even wachten voor de nieuwe regeling in werking treedt. Hieronder alvast de krijtlijnen.

5 belangrijkste maatregelen voor de verhuurders

  1. De huurwaarborg wordt verhoogd van twee naar drie maanden huur en de huurprijsbepaling door de verhuurder blijft vrij. Tijdens de huurovereenkomst kan de huurprijs enkel geïndexeerd worden, behalve wanneer er energiebesparende investeringen werden uitgevoerd. Op die manier worden verhuurders gestimuleerd om woningen energiezuiniger te maken. De opzeggingsmogelijkheid met het oog op renovatie wordt versoepeld.
  2. Ingeval van nietigverklaring van de huurovereenkomst omdat de woning niet voldoet aan de kwaliteitsnormen, kan er toch een bezettingsvergoeding worden opgelegd.
  3. De gebruikskosten, zoals de kosten die verbonden zijn aan het gebruik van de lift of het onderhoud van de gemeenschappelijke delen, zijn ten laste van de huurder en de huurder is ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van herstellingen aan de woning van schade, ontstaan door eigen fout. 
  4. De huurder is aansprakelijk voor brand- én waterschade en wordt verplicht om hiervoor een verzekering af te sluiten.
  5. In de toekomst zullen naast huurdersorganisaties ook verhuurdersorganisaties erkend en financieel ondersteund kunnen worden.

5 belangrijkste maatregelen voor huurders

  1. Er komt een renteloze, anonieme huurwaarborglening, naast de bestaande OCMW waarborgregeling. De huurwaarborg kan enkel betaald worden door deze te storten op een geblokkeerde rekening of door middel van een bankwaarborg. Een huurwaarborg betalen in cash is niet toegestaan.
  2. Om de woonzekerheid voor de huurders te bevorderen, blijft de huurovereenkomst van negen jaar de regel. Huurovereenkomsten van korte duur blijven mogelijk maar kunnen voortaan expliciet opgezegd worden door de huurder.
  3. Bij het afsluiten van de huurovereenkomst, wordt een plaatsbeschrijving uitgevoerd. Op het einde van het huurcontract kan dat indien één van de partijen daarom verzoekt.
  4. De woning moet voldoen aan de kwaliteitsnormen. Indien dit niet het geval is, kan de huurovereenkomst nietig verklaard worden en kan de huurder terugbetaling vragen van de huurgelden.
  5. Bij een dreigende uithuiszetting wordt het OCMW sneller op de hoogte gebracht.

Bron: Persbericht Liesbeth Homans 14 juli 2017